zaterdag 19 en zonadag 20 augustus 2017

 

Binnenstad, Brugge

 

 

Gouden Boomstoet: 6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op naar 3 juli 1468, de dag waarop Margareta van York in het stadhuis van Damme haar jawoord geeft aan Karel de Stoute. De kersverse hertogin doet daarna haar blijde intrede in Brugge.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De stad is feestelijk versierd. Overal hangen tapijten aan de huizen. Meisjes strooien tarwekorrels en rozenblaadjes.

Margareta's lange blonde haren hangen los als teken van maagdelijkheid en zuiverheid. Op het hoofd heeft ze een gouden kroon, versierd met kostbare edelstenen en diamanten. Om haar hals hangt een gouden ketting. Aan haar vingers schittert een met diamanten en robijnen bezette trouwring.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In de optocht stappen o.a. handboogschutters mee. Ze zijn lid van de Sint-Sebastiaansgilde, die in Brugge al meer dan 600 jaar bestaat. Sint-Sebastiaan is hun patroonheilige, omdat hij volgens de overlevering als martelaar met pijlen zou doorzeefd zijn.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Net zoals de handboogschutters, waren ook de kruisboogschutters een onderdeel van de middeleeuwse stadsmilitie. De Brugse kruisboogschuttersvereniging is een van de oudste van België. Ze behoren tot de Sint-Jorisgilde.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ziehier een tafereel dat niet echt iets met Brugge te maken heeft. Het gaat over de onmogelijke liefde tussen 2 mensen: de knappe Pyramus en de beeldschone Thisbe zijn buren. Zij worden verliefd op elkaar en willen trouwen, maar dat is niet naar de zin van hun ouders. De twee spreken af om mekaar ’s nachts te ontmoeten bij een graf in de schaduw van een moerbeiboom. Terwijl Thisbe op haar minnaar wacht, wordt ze opgeschrikt door een leeuwin met bebloede muil. Het meisje vlucht in een grot, maar verliest haar sluier. Het beest verscheurt de sjaal en verdwijnt.

 

 

Dan komt Pyramus op de plaats aan. Hij zoekt naar Thisbe, ziet de sporen van de leeuwin in het zand en vindt de met bloed besmeurde sluier. Hij denkt dat het meisje dood is en stort zich wanhopig op zijn zwaard. Wanneer Thisbe uit haar schuilplaats komt, treft ze haar beminde dood aan. Ze is ontroostbaar, neemt het zwaard en berooft zich ook van het leven. De witte vruchten van de moerbeiboom kleuren rood door het bloed van de geliefden. De diep bedroefde ouders zijn ontroerd door de liefde van hun kineeren. Ze laten de lichamen cremeren en verzamelen de as van beiden samen in 1 urne. Zo zijn ze toch voor eeuwig samen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Er lopen ook rederijkers mee. Er waren verschillende organisaties van rederijkers. Een ervan, de rederijkerskamer van de Heilige Geest, zag in 1428 het licht. Ze ontstond uit een gilde met 13 leden en had daarom het Romeins cijfer XIII als symbool. De vereniging speelde toneelstukken en nam deel aan blijde inkomsten en processies. Met de Franse revolutie werd ze opgeheven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een andere in Brugge was de rederijkerskamer van de Drie Santinnen. Bij hen symboliseren drie zilveren kronen de drie heiligen (of santinnen) Maria-Magdalena, Katarina en Barbara. De rederijkerskamers groeiden uit verenigingen die de feesten van schuttersgilden verzorgden en kerkelijk toneel organiseerden. Vanaf de 15de eeuw legden ze zich toe op het vervaardigen en voordragen van poëzie en toneel.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wij zijn ondertussen aanbeland bij de hellebaardiers, die optraden als lijfwacht van de vorst. Hun naam danken ze aan de dolkstaf die ze droegen en die een hellebaard werd genoemd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De ambachten waren streng gereglementeerde beroepsorganisaties. Het waren machtige verenigingen die heel hiërarchisch georganiseerd waren en vooral op politiek en sociaal vlak een grote rol speelden. Ze bouwden een soort van sociale zekerheid voor hun leden uit, maar legden ook gedragsregels op. Zo mochten bijvoorbeeld de Brugse paternostermakers geen dobbelspelen organiseren en in bijna alle ambachten gold het expliciete verbod om met een prostituée te trouwen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ook de vertegenwoordigers van de vreemde naties stappen mee in de optocht. Dankzij de ligging van Brugge, aan zee en vrij centraal in Europa, woonden vele buitenlandse kooplui in Brugge. Zij organiseerden zich in naties. De Catalaanse natie was de oudste, die van de Duitsers of Oosterlingen waren de grootste. Ze vergaderden eerst in kloosters, maar richtten later eigen natiehuizen op.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In de middeleeuwen waren er nogal wat burgemeesters in Brugge. Niet alleen de stad Brugge zelf had zijn burgemeester, ook het Brugse Vrije zetelde er. Het Brugse Vrije waren de plattelandsgemeenten rond Brugge, een vrij uitgestrekt gebied, dat apart bestuurd werd. Hun onderdanen werden vrijlaten genoemd, terwijl de bewoners van de stad poorters noemden.

 

 

 

 

 

 

 

vervolg